Ecologisch schoonmaken en wassen onder corona

door Peter Malaise

Lucht en vocht Dr. Julian Tang, klinisch viroloog en ere-hoofddocent ademhalingswetenschappen aan de universiteit van Leicester (UK), stelt dat het coro­navirus waarschijnlijk luchtgedragen is, zoals dat ook bij waterpokken, mazelen en tuberculose het ge­val is. Er is een groeiende wetenschappelijke con­sensus dat dit klopt. De vochtdruppels en fijne nevel die wij uitstoten bij het ademen, spreken, niezen en hoesten zijn vermoedelijk de belangrijkste weg waarlangs het virus overgedragen wordt. In techni­sche termen heet zo’n nevel een aerosol, een micro­mengsel van vocht en lucht.

Aan de hand van dit inzicht kunnen we begrijpen waarom de coronamaatregelen zoals contacten bui­ten onze (kleine) bubbel vermijden, afstand houden, mondmasker dragen en handen wassen effectief zijn – tenminste, als iedereen er zich goed aan zou houden. Het mondmasker verhindert in grote mate dat de druppels en fijne nevel die we bij het ade­men, spreken, roepen, zingen, niezen en hoesten uitstoten, zich door de lucht naar onze medemensen verplaatst. Als we voldoende afstand bewaren kun­nen we voorkomen dat de fijnste deeltjes, die on­danks het mondmasker toch nog ontsnappen, zo­maar iemand besmetten; het hangt dan bovendien van de kwaliteit van het immuunsysteem van de persoon in kwestie af of die ziek wordt. Aan het stabiliseren en verbeteren van ons immuunsysteem wordt overigens noch door de medische wereld, noch door de politiek, noch door de media enige aandacht besteed.

Het zou echt helpen als we die lucht- en vochtnevel die we, al door gewoon te ademen, permanent rond­om ons hebben hangen, roze konden inkleuren om hem zichtbaar te maken. We zouden erg schrikken en vanzelf de nodige afstand bewaren.
De coronapandemie dwingt er ons extra toe om een zinvolle hygiëne aan te houden. De overdracht van het coronavirus gebeurt in eerste instantie via vocht in de lucht, en bijgevolg kan het via onze luchtwegen opgenomen worden. Besmetting via allerlei opper­vlakken is van minder groot belang, maar het is na­tuurlijk niet verwaarloosbaar en daarom moeten we er de juiste aandacht aan besteden.

Nu is het lastige met de luchtvolumes waarin wij le­ven, dat ze moeilijk schoongemaakt kunnen worden – als we dat al zouden wensen, want zinvol is dat niet bepaald. Wanneer deze luchtvolumes in vol­doende mate aan zonlicht zijn blootgesteld, en de lucht in voldoende mate ververst wordt door de na­tuurlijke luchtstromingen en door contacten met plantaardige en minerale oppervlakken, dan is er ei­genlijk niet echt een probleem. Daarom is voldoende ventilatie een goede maatregel, die ook in schoollo­kalen wordt toegepast.
Virussen zijn geen levende wezens, maar eiwitstruc­turen die een levende gastheer nodig hebben waar­op ze zich kunnen ontwikkelen. Door de beweging van de luchtstromen en de Uv-straling van het zon­nelicht ontstaat er een oxidatie die de eiwitsubstan­tie van de virussen aantast en ze stelselmatig on­werkzaam maakt.


Geurwolk Onlangs had ik een interessante erva­ring. Wandelend op een breed voetpad kruiste ik een dame. Zij liep langs de kant van de rijweg en ik liep langs de kant van de huizen. Er was twee meter tus­sen ons – dus ruim méér dan voorgeschreven, en we droegen allebei een mondmasker. Op het ogenblik dat ik haar kruiste kon ik duidelijk haar parfum rui­ken; de geur hield nog enkele stappen aan. Ik dacht: als mensen deze geurwolk in een roze kleur konden zien, zouden ze vanzelf voldoende afstand bewaren, hun mondmasker dragen en elkaar niet aanraken. Ze zouden beseffen hoe ver zo’n “luchtvlag” reikt, en met die vlag het risico van overdracht.

Het handen wassen is eveneens een efficiënte maatregel. We gebruiken onze handen om allerlei oppervlakken aan te raken, voorwerpen beet te pak­ken en te manipuleren. Onvrijwillig raken we met onze handen ook ons gezicht aan: voorhoofd, wenk­brauwen, ogen, neus, jukbeenderen, wangen, mond, kin en oren, het is een hoogst menselijke geste om dat te doen. Daarbij kunnen we sporen van virussen opnemen of afgeven, we spelen tijdelijk vervoerder of gastheer. Onze huid vormt er een barrière tegen door de van nature aanwezige oppervlaktespanning – die zorgt er ook voor dat vissen en kikkers niet ver­drinken, bijvoorbeeld. Al bij het handen wassen met een gewoon stuk zeep ontstaat er een belangrijke verlaging van de oppervlaktespanning van het wa­ter, en wordt ook de eiwitstructuur van virussen door de zeep ernstig beschadigd; het hoeft niet eens een speciale ontsmettingszeep te zijn.

De ontsmettingsgels zijn ook wel effectief, maar vooral op schone handen, want ze kunnen slecht door vuil heen; en ze zijn niet bijster gezond voor de huid als je winkel in, winkel uit telkens zo’n gel moet aanbrengen. Die ontvet sterk en je vernietigt er te­gelijk de natuurlijke bacteriënpopulatie op je huid mee, die je juist beschermt tegen ziekteverwekkende kiemen. Het is natuurlijk erg moeilijk om overal was­tafels te voorzien om ieders handen met zeep te la­ten wassen… Algemeen genomen zouden we met ontsmettingsmiddelen in een huishoudelijke context veel voorzichtiger moeten omgaan, het zijn en blij­ven risicostoffen.

Schoonmaken Hoe zit het nu met oppervlakken en objecten die wij en onze medemensen aanraken of beetpakken? Het valt te verwachten dat we daar sporen van virussen kunnen opnemen of zelf achter­laten. Wanneer we besmette oppervlakken aanraken en daarna ons gezicht, maken wij het voor virussen makkelijk om ons via het ademhalingsstelsel te in­fecteren. Dan hangt het van de dynamiek van ons immuunsysteem af of wij die virussen onschadelijk kunnen maken door het produceren van voldoende antistoffen; wij zullen dan slechts lichte symptomen, of helemaal geen symptomen vertonen. In onze ver­vuilde westerse maatschappij, met een voedingspa­troon en levensgewoonten van dikwijls bedenkelijke kwaliteit, is het niet vanzelfsprekend dat ieders im­muunsysteem voldoende actief is om dat mogelijk te maken.

Toch bestaat in wezen het schoonmaken en wassen in coronatijden, uit het strikt toepassen van een aantal voorzorgsmaatregelen, consequent en met aandacht. We dienen bij het schoonmaken eerder aandacht te besteden aan de oppervlakken en ob­jecten die we bij normaal gebruik regelmatig aanra­ken, dan aan vloeren of trappen; bijvoorbeeld aan:

  • deurklinken en ladegrepen
  • drukknoppen
  • schakelaars
  • handgrepen van allerlei toestellen (koffie­zet, broodrooster, strijkijzer, …)
  • telefoontoestellen en GSM’s
  • IT-apparatuur (scherm, klavier, muis, stek­kers, afstandsbediening, …)
  • tafel-, bureau- en werkbladen
  • was- en spoeltafels
  • stoelruggen en leuningen
  • trapleuningen

Vloeren en trappen dienen vooral stofarm gehouden te worden: micro-organismen hechten zich, net als vocht en vet, aan stof. Extra stofzuigbeurten is de boodschap, bij voorkeur met een stofzuiger voorzien van een microfilter. Uiteraard is het regelmatig ver­luchten van vertrekken en doorgangsruimten nood­zakelijk.

Voor andere alle oppervlakken en voorwerpen vol­staat het afnemen met een doek die bevochtigd werd met een middelsterke oplossing van allesreini­ger; de doek dient klam, maar niet nat te zijn. Een echte zeep – type Marseillezeep of kernzeep – is voor kunststofoppervlakken niet geschikt omdat ze die niet goed kan reinigen. Dat heeft te maken met de elektrische lading van de molecules, zowel die van de zeep als die van de kunststoffen, niet met een ethische voorkeur. Kies voor een ecologische al­lesreiniger, het gebruik van zware chemie of ont­smettingsmiddelen is overbodig als:

  • het afnemen zorgvuldig gebeurt,
  • de gebruikte doek regelmatig wordt omge­spoeld in de allesreiniger en
  • de oplossing af en toe ververst wordt.

De oppervlakte-actieve stoffen in de oplossing van allesreiniger schakelen de virussen uit, ze vernieti­gen hun eiwitstructuur.

Dat geldt ook voor toiletpotten, waar we bij het poetsen extra aandacht aan de bril kunnen besteden omdat bij gebruik van het toilet, huidcontact be­staat. Voor was- en spoeltafels kunnen we een extra schoonmaakbeurt inlassen bovenop de gebruikelij­ke.

Wassen Ook voor het wassen van textiel kunnen we ons aan enkele eenvoudige basisregels houden.
Voor de doorsnee witte en bonte was beladen we de machine op zulke wijze, dat er boven het droge was­goed een vuist vrij blijft. Als we de machinetrommel volproppen, in de veronderstelling dat we zuinig en ecologisch bezig zijn, verhinderen we dat het was­goed vrij kan bewegen tijdens de wasbeurt. Het is dan net een blik sardines dat om zijn as draait, het was- en spoelresultaat is dan gewoon niet goed.

Vervolgens kiezen we de temperatuur: 40°C volstaat voor de meeste wasbeurten, ook hier is het niet zo­zeer de temperatuur, maar zijn het de oppervlakte-actieve stoffen en het bleekmiddel in het wasmiddel die het vuil aanpakken en de eiwitstructuur van de virussen vernietigen. Bij 40°C zijn alle stoffen die ons lichaam afscheidt goed te verwijderen: onze li­chaamstemperatuur is ca. 37°C en daar zitten we boven. Wanneer we (corona)zieken in huis hebben kunnen we bepaalde soorten wasgoed op een hoge­re temperatuur wassen: ondergoed, beddengoed, handdoeken, washandjes, zakdoeken, pyjama’s, nachthemden en kamerjassen van de zieke. Daar­voor kiezen we 60°C, dat is pasteurisatie-tempera­tuur, waarbij in combinatie met het wasmiddel alle micro-organismen zoals schimmels, gisten, bacteri­ën en virussen vernietigd worden – maar ook huis­stofmijt, vlooien en luizen.

Voor witte en kleurvaste bonte was kiezen we een volwasmiddel in poedervorm, met ingebouwd zuur­stofbleekmiddel. Voor donkere kleuren kiezen we een vloeibaar wasmiddel en voegen daar voor de verwijdering van bleekbare vlekken (koffie, thee, gras, wijn, vruchten- en groentesap, …) wat zuur­stofbleekmiddel aan toe.
Het is zeker aan te bevelen om tijdens de pandemie de gebruikte poetsdoeken een extra wasbeurt te ge­ven.
In alle gevallen letten we goed op een juiste bela­ding, een juiste dosering die rekening houdt met de vuilgraad van het wasgoed en de waterhardheid, en kiezen we de temperatuur zoals hierboven beschre­ven.
In het laatste spoelwater gebruiken we tijdens de coronapandemie bij voorkeur géén wasverzachter:

  • wasverzachter legt een dun, vet filmpje op het wasgoed dat micro-organismen laat aankleven,
  • hij vermindert de efficiëntie van het was­middel bij een volgende wasbeurt, en
  • hij vermindert de vochtopname van het tex­tiel.

We gebruiken ook best géén azijn in het laatste spoelwater. Azijn heeft maar een beperkt kalkbin­dend vermogen en tast mogelijk onderdelen van de machine aan. Het ruikt ook behoorlijk onaangenaam tijdens de wasbeurt. Beter is het om citroenzuur of melkzuur te gebruiken, die hebben een dubbel zo hoog kalkbindend vermogen, en ze zijn geurloos; ze bestrijden tevens de groei van micro-organismen in de machine. Ze zijn te vinden bij handelszaken in benodigdheden voor het maken van bier, wijn, kaas en jam.

Tenslotte is ook het het verluchten en aan het zon­licht blootstellen – zelfs in herfst en winter – een goede hygiënische maatregel. Beiden bevorderen ze de oxidatie aan het oppervlak van de blootgestelde objecten en textiel, en dat werkt kiemdodend.

Alles samengenomen kunnen we ook in coronatij­den een goede, ecologische hygiëne aanhouden in onze woningen en kantoren, met een handvol een­voudige maatregelen zoals stofzuigen, handen was­sen, oppervlakken afnemen en wassen op gewone temperaturen, en met gebruikmaking van duurzame schoonmaakmiddelen – zonder ongewenste en on­aanvaardbare chemie.

Producenten Er zijn doorheen Europa een aantal betrouwbare producenten die uitsluitend zulke pro­ducten ontwikkelen en produceren, met een lange ervaring op dit vlak, en die merken van efficiënte duurzame was- en schoonmaakmiddelen aanbieden via verschillende handelskanalen, ook online.

Vergeet de grote, conventionele marktspelers: ze hebben decennia lang obstructie gevoerd en hun aanbod is niet klaar voor de toekomst.

Let ook op met zelfverklaarde “groene” bedrijven en producten. Wie een werkelijk duurzaam product aanbiedt kan een externe toets zonder probleem doorstaan. Die toets kan een duurzaamheidslabel zijn, bij voorkeur een privaatlabel. Staatslabels of zelfs EU-labels willen wel eens naar het pijpen van de grootindustrie en de financiële belangen dansen. Ook labels die uitsluitend door producenten beheerd worden zijn onvoldoende betrouwbaar. En vanzelf­sprekend is het de reputatie die de bedrijven zich in de loop der jaren en decennia verworven hebben, met een volledige en open communicatie, die de doorslag zal geven.

Hieronder volgt een lijstje dat niet volledig is, maar wel de duurzame topmerken in alfabetische volgor­de vermeldt.

Ecover [https://www.ecover.com]

Étamine du Lys [https://www.etaminedulys.fr/]

Greenspeed [https://www.greenspeed.eu/]

Klar [https://www.klar.org/]

Sodasan [https://www.sodasan.com]

Sonett [https://www.sonett.eu]

Wie meer details wil over de grondstoffen van was­middelen, schoonmaakmiddelen en cosmetica kan vrij de website [https://www.ecobiocontrol.bio/] raadplegen (Frans, Engels, Italiaans).

Peter Malaise

Dit artikel is de persoonlijke opinie van de auteur en wordt door niemand gesponsord. Verwijzingen naar producenten of merken leveren noch de auteur, noch Meta.Consort enig financieel of ander voordeel op. Meta.Consort is een consultingbedrijf en vervaardigt noch verkoopt producten van enigerlei aard.