EU TEXTIELLABEL: STENEN VOOR BROOD

EU-Textiellabel: stenen voor brood?

door Peter Malaise

Campaigners zeggen dat de nieuwe EU-ecolabels aangaande de milieu-impact van textiel niet strikt genoeg zijn (The Guardian 14.10.2021). Het meetsysteem ontwikkeld in 2013 is misleidend, achterhaald en niet in lijn met de klimaatdoelstellingen van de EU, aldus de campagne Make the Label Count. Vezels uit fossiele grondstoffen, zoals polyester, acryl en nylon, krijgen door de kreupele regels van het huidige systeem een beduidend betere score dan vezels uit hernieuwbare grondstoffen (zoals hennep, linnen, katoen, wol, zijde en ramie), aldus Dalena White van de International Wool Textile Organisation. Drie essentiële aspecten zijn namelijk weggelaten uit de beoordeling:

  • de hernieuwbaarheid van de grondstoffen,
  • de afbreekbaarheid aan het einde van het gebruik,
  • de bijdrage aan de vervuiling met microplastics.

De vraag luidt dan: heeft de industrie hier de hand in gehad? De oliesjeiks, de kunstvezelproducenten, de kledingproducenten, de winkelketens? Het geeft mij dezelfde vieze smaak als die ik had toen het ecolabel voor was- en schoonmaakmiddelen werd ontwikkeld, vanaf 1993. Ik nam deel aan het Ad-Hoc-commitee van dit label en de toenmalige industrie – toen al lang veel groter en machtiger dan de textielindustrie – heeft er alles aan gedaan om het initiatief te dwarsbomen. Er werden de meest onzinnige argumenten bovengehaald om het label stokken in de wielen te steken en tot een lege huls te maken. De eersten die er aan moesten geloven waren de geëngageerde experten van het Duitse ministerie van milieu: die ‘vielen naar omhoog’, ze werden weggepromoveerd. Het label mocht niet strenger zijn dan de bestaande (veel te lakse) wetgeving. Alle volgende voorstellen werden door de vertegenwoordigers van de industrie gekelderd: de consumenten waren te dom om die ingewikkelde materie te begrijpen, er moest dus maar niet teveel informatie op de etiketten komen – trouwens, daar was geen plaats voor. Bepaalde petrochemische grondstoffen werden in een vloek en een zucht, zonder enige discussie, ter zitting goedgekeurd. Wij zaten er bij en keken er naar. In 2003 was het gevolg van al die kuiperijen drieledig:

  • Er was tien jaar na de start nog geen enkel was- of schoonmaakmiddel met een EU-ecolabel;
  • De EU-administratoren kwamen ons bij het bedrijf waar ik toen werkte met hangende pootjes vragen of wij soms nog een compleet dossier van het project hadden, voor het verjaardagsfeest, het hunne was na een verhuis spoorloos…
  • …en ook op vandaag is het niet eenvoudig om van was- en schoonmaakmiddelen met een EU-ecolabel de volledig informatie in het juiste formaat te vinden, en dikwijls niet zonder je te identificeren, wat onwettig is.

Verder blijft dat EU-ecolabel voor was- en schoonmaakmiddelen een papieren constructie.

  • Na 28 jaar EU-ecolabel is er nog steeds geen eis voor hernieuwbare grondstoffen, noch een verbod op, of gefaseerde uitstap uit fossiele grondstoffen
  • Er zijn nog steeds tientallen molecules toegelaten die qua gezondheid en milieu niet door de beugel kunnen
  • De volledige afbreekbaarheid is nog steeds geen eis
  • Er komt ook nooit iemand kijken, het label wordt op basis van documenten, een over het paard getilde schoonmaaktest en een minimale afbreekbaarheidstest toegekend en vernieuwd.

34 jaar na het rapport-Brundtland ‘Onze Gezamenlijke Toekomst’ is er nog steeds geen werk gemaakt van bestendigbare ontwikkeling. De ene termijn na de andere, de ene regel na de andere worden uitgemolken en te dun uitgesmeerd. Het EU-ecolabel voor textiel lijkt in het zelfde bedje ziek te liggen: geen hernieuwbare grondstoffen en geen afbreekbaarheid vereist, en daar bovenop de geaccepteerde vervuiling met microplastics – terwijl het helemaal anders kan. Nog meer dan vroeger dwingt de nijpende milieusituatie er ons toe het gebrek aan verantwoordelijkheidszin van de 20e eeuw te laten varen, en er niet alleen bij stil te staan wát we doen, maar ook hoé we de dingen doen. Dat is voor textiel en de vezels waaruit dat gemaakt is, niet anders dan voor andere gebruiksproducten. De huidige hoofdgrondstof voor textiel is sinds de vijftiger jaren van vorige eeuw, het fossiele petroleum; in kleine mate andere fossiele grondstoffen zoals steenkool en aardgas. Maar fossiele grondstoffen zijn beperkt, ze groeien niet aan en we kunnen ze niet bijmaken. We zijn er bovendien in geslaagd om de fossiele grondstofbronnen na zo’n 200 jaar gebruik uit te putten. Het hele gedragspatroon is er vooral op gericht om een bestaande onaanvaardbare situatie te vergoelijken en ons die als ‘normaal’ te verkopen, met een vette, officiële stempel er op; stenen voor brood. Wat zijn we met een ecolabel als het alleen maar een bestaande kreupele situatie bevestigt? Het doet me denken aan een beruchte vaudeville-figuur uit de 19e eeuw, bourgeois Joseph Prudhomme. Hij verklaarde steevast: “C’est mon opinion, et je la partage!” – “Dat is mijn mening, en ik ben het er mee eens!”. Je reinste pauselijke woordsalade, veel bla-bla en weinig boem-boem, in de visie van Greta Thunberg. Laat er nu eindelijk eens een club mensen opstaan die zeggen: tot hier en niet verder. Ofwel een textiellabel met serieuze criteria – ofwel gewoon géén label. Het lijken de kleren van de keizer wel….